Op de andere pagina over de cultuurschok Aken-Maastricht (DE) en in het hoofdstuk “Euregio – Korte afstanden, andere werelden?” (DE) is al ingegaan op enkele moeilijkheden die specifiek zijn voor grenspendelaars.
De gelijktijdigheid van de interculturele ervaring van grenspendelaars en de dubbele bureaucratische context behoren tot de bijzondere kenmerken die typisch zijn. Dit zijn bijzonderheden die ook de interculturele ervaring van grenspendelaars kleuren. Bovendien zijn er feitelijke verschillen in wat typisch Nederlanders, Belgiers en Duitsers als “normaal” beschouwen.
Nationale identiteiten
Iedere Belg, Nederlander en Duitser is natuurlijk een Belg, Nederlander en Duitser. De nationale context vormt aspecten van de identiteit. Echter is ieder individu door verschillende factoren gevormd, en de nationale cultuur is er niet de enige. Wij hebben de belangrijkste aspecten voorbereid in een Duits-Nederlandse minicursus en in diverse audiopresentaties. In het volgende model wordt één aspect belicht en wordt getracht regionale identiteiten en mentaliteiten tastbaarder te maken in interculturele termen. De hier gedane uitspraken hebben in de eerste plaats een voorbeeldfunctie. Zij nodigen uit tot het vormen van een eigen beeld, ver van algemene toeschrijvingen.
Rijnlanders en Zuid-Limburgers, Luikse en Limburgers
Vanuit een nederlandse en ook belgische perspectief word het Duitse dagelijkse arbeidsleven vaak beschouwd als resultaatgericht, probleembewust, met een duidelijk en vrij nauw omschreven doel. Een overeenkomst is een overeenkomst, een bepaald resultaat moet worden bereikt. Ook voor Nederlanders geldt: afspraak is afspraak – het proces en streven is afgesproken, het resultaat mogelijk ietsje opener: Er is afgesproken een bepaald doel na te streven en te werken aan een uiteindelijk zo goed mogelijk resultaat. Als gevolg van het “voortschrijdend inzicht” kan dit resultaat echter afwijken van het oorspronkelijk beoogde resultaat).
In het Rijnland in tegenstelling tot het Duitse normaal is men gewend aan een meer ontspannen kijk op de dingen. Men is ook gewend om in de Duitse context als tamelijk gemakzuchtig en luchthartig te worden beschouwd. Dit kan misschien doen denken aan de hierboven beschreven “typisch Nederlandse” kenmerken. Nederlands-Limburgers daarentegen worden vaak gezien als meer Duits of Belgisch dan de rest van het land. Deze toeschrijving is niet geheel onterecht: een Zuid-Limburger is gemiddeld genomen misschien wat gereserveerder dan een doorsnee Amsterdammer en kan ook beter tegen hiërarchieën.
Een (stereo-)typische Rijnlander en een typische Zuid-Limburger zouden dus op de schaal van culturele dimensies (volgens Erin Meyer) iets anders worden ingedeeld en gecategoriseerd dan typische “landsgenoten”.
Eigen perceptie en extern zicht
Zoals hierboven beschreven, hebben typische Rijnlanders vergelijken met hun Duitse landsgenoten veel “lockere” eigenschappen. Deze kunnen het gemakkelijker maken om zich in Nederland te vestigen of te gaan werken. Door hun regionale karakter kunnen Zuid-Limburgers een aantal typisch Duitse trekjes vertonen die de omgang in het buurland zeker kunnen vergemakkelijken. In feite zijn de buren niet alleen geografisch, maar ook cultureel dicht bij elkaar.
Een mogelijk probleem is echter het verschil tussen de eigen perceptie en die van anderen: terwijl een gezellige en ongecompliceerde Rijnlander zich thuis voelt in het gezellige en ongecompliceerde Nederland, voelt de meer “Duitse” Zuid-Limburger zich als redelijk Duitse Nederlander al goed voorbereid op de stap naar Duitsland. Beiden hebben gelijk. En tegelijkertijd is de Limburger meer “Nederlands” voor de nieuwe omgeving in Duitsland dan hij zich had kunnen voorstellen. En zelfs de gezellige Rijnlander ervaart zichzelf in het ontspannen Nederland bijna als een strenge Pruis die betrouwbare afspraken verwacht en het normaal vindt om af en toe op harde afspraken aan te dringen.
Dezelfde vraag van perceptie speelt zeker ook in Belgie: Een Limburger uit Hasselt lijkt voor een Antwerpenaar of ook Maastrichtenaar wellicht gezellig, ten opzichte van een zakenpartner uit Luik misschien sterker zakelijk-doelgericht.
Pruisische Rijnlanders, Hollandse Limburgers?
Een nieuwe zelfperceptie duurt een tijdje. Sneller dan een nieuwe zelfperceptie worden zich grenspendelaars in het buurland zich wel bewust van de perceptie van hun persoon door anderen.
Regionale identiteiten zijn, zoals gezegd, slechts één facet dat de eenvoudige indeling in het schema “ypisch Duits, typisch Nederlands, typisch Belgisch” verfijnt. Vanuit het oogpunt van veel Zuid-Limburgers zou bijvoorbeeld de (stereo-)typische, “arrogante” Amsterdammer bijzonder expliciet zijn in zijn communicatie en pragmatischer dan het toch al vrij pragmatische Nederland (cirkel uiterst links).
Daarentegen wijkt het (stereo-)typische Nederlandse Limburg in de andere richting af van het nationale gemiddelde. Relatief gezien communiceren mensen iets minder bruusk, iets meer indirect of “beleefd”. Zij hebben ook een iets groter begrip voor top-down beslissingen en hiërarchie dan hun noordelijke landgenoten. Veel Nederlanders hebben ook een bepaald beeld van de (stereo-)typische Limburger, dat op zijn beurt weer bepalend kan zijn voor hun zelfbeeld. Stelt u zich nu eens voor dat een Duitser tegen een (stereo-)typische Zuid-Limburger zegt dat men enigszins verbaasd is over diens “typisch Nederlandse”, zeer directe kritiek of onvoorspelbare beslissingen. Zo’n algemene bewering of toeschrijving kan behoorlijk irritant zijn: Het is in tegenspraak met de Nederlandse buitenlandse toeschrijving en mogelijk met het stereotiepe zelfbeeld van de Zuid-Limburgers zelf. Dus hoewel beide grensoverschrijdende gesprekspartners waarschijnlijk dichter bij elkaar staan dan bij andere regio’s van het land, kan een gebrek aan contextuele kennis tot misverstanden leiden.
Zelfs de (stereo-)typische Rijnlander staat in sommige opzichten dichter bij Nederland, vergeleken met wat de meeste Duitsers normaal vinden. In het Rijnland is men misschien pragmatischer, naar verhouding minder op hiërarchieën gesteld en communiceert men – vergelijkbaar met de Limburgers in Nederland – misschien ietsje indirecter dan het Duitse nationale gemiddelde. Misschien is de stereotype Rijnlander zelfs nog meer conflictmijdend, meer bezig met de dingen vredig en gezellig te houden dan de typische Nederlander.
Het kan irritant voor een (stereo-)typische Rijnlander zijn om te horen, dat hij (typisch Duits) zo gereserveerd en stil is tijdens vergaderingen. Het is met name in tegenspraak met de algemene attributie en zelfperceptie van zichzelf in de Duitse context. Stereotypische Rijnlanders hebben immers een zelfbeeld van nogal joviaal en bijna luidruchtig te zijn, vooral in het privé-leven maar ook op het werkvloer.
Een vergelijking van een landengemiddelde, een stereotype Nederlander en Duitser, is daarom slechts een eerste hulpmiddel om de uitdagingen te beperken. En ook het toevoegen van regionale eigenaardigheden is zeker niet het laatste woord. Deze eerste (stereo-)typiseringen nodigen vooral als eerste stap uit om de complexiteit van interculturele communicatie te ontdekken. En ze nodigen uit, om naar iets uit verschillende invalshoeken te bekijken.
Persoonlijkheid en zelfbeeld
In het geval van een cultuurschok is het culturele aspect niet altijd onmiddellijk duidelijk. Vaak lijkt het te gaan om zeer persoonlijke waarden en ideeën over normaal en fatsoenlijk. Omdat het ons vaak niet duidelijk is waarom wij bepaalde dingen denken, kan een tegenstrijdigheid bijzonders persoonlijk voelen – en bijzonders pijnlijk zijn. Verschillen tussen hoe anderen ons zien en hoe wij onszelf zien kunnen hier ook een rol spelen. En last but not least, onze eigen verwachtingen.
Hoe zien wij onszelf, wat zijn onze bepalende kenmerken?
“Ik zag mezelf als een nogal uitgaande persoon. In Nederland heb ik plotseling het gevoel dat ik stil ben geworden en nauwelijks kan meekomen in discussies. Ik voel me losgekoppeld, dat past helemaal niet bij me.” Als je jezelf hebt gezien als een persoon die gemakkelijk het initiatief neemt en niet twee keer vraagt, dan is dat een deel van waar je je als persoon mee identificeert. U zou echter kunnen merken dat mensen in Nederland (zoals in het voorbeeld) veel sneller het initiatief nemen of zich in het openbaar uitspreken. Nog sneller dan jij, zodat je betrekkelijk stil lijkt.
Dit illustreert waarom zelfs kleine verschillen in wat “normaal” is, soms pijnlijk kunnen zijn: Gingen de dingen voorheen gewoon in jouw tempo, nu gaat het veel te snel en begin je je vreemd te voelen in zo’n onintuïtieve omgeving buiten je comfortzone – gewoon de eerder genoemde “cultuurschok”.
Interculturele verschillen zijn vaak onzichtbaar. Ze worden meestal gezien als iets diep persoonlijks, een worsteling met zichzelf. De structurele overeenkomsten zijn vaak verborgen voor iemand die met zichzelf worstelt. Leg het verband met regionale identiteiten: in het Rijnland, dat toch al uitgaand en vrolijk is (in vergelijking met Duitsland), kunt u uzelf alsnog en in vegeleijken een ruimdenkend en vrolijk persoon beschouwen. Het kan dan heel moeilijk zijn om geconfronteerd te worden met een bepaalde nieuwe omgeving die van je verwacht dat je meer “uitgaand” en “opgewekt” bent – en juist om je te conformeren aan een andere norm, een ander “normaal” in het privé of vooral op de werkvloer.
Dit alles is niet altijd gemakkelijk, maar het is de moeite waard: Irritaties tonen aan, dat je echt “onderdompelt” in een nieuwe cultuur. En last but not least: De interculturele ervaring in het buurland is een opwindende leerervaring die zeer persoonlijk verrijkend kan zijn.