Er zijn verschillende werkvergunningen in de EU, afhankelijk van het soort werk, onderzoeksfunctie of opleiding. Hieronder hebben we de vijf meest voorkomende categorieën op een rijtje gezet, met de bijbehorende informatie. Kijk hier voor een overzicht en snelle check (europa.eu, EN/FR/ESP/PT/AR) van de voorwaarden die in jouw situatie gelden als je verhuist naar België, Duitsland of Nederland.
De Europese blauwe kaart geeft hooggekwalificeerde werknemers uit landen buiten de EU het recht om te wonen en werken in de EU.
Om in aanmerking te komen voor deze kaart moet je kunnen aantonen dat je een opleiding in het hoger onderwijs hebt voltooid, of ten minste vijf jaar beroepservaring hebt. Het bruto jaarsalaris van de arbeidsovereenkomst of het bindend aanbod – voor een contract van ten minste een jaar – dient bovengemiddeld te zijn. (Voor het aanvragen van een blauwe kaart voor partners of andere personen gelden andere voorwaarden.)
Om zelf in aanmerking te komen voor een blauwe kaart, moet jouw bruto jaarsalaris ten minste anderhalf keer het nationaal gemiddelde bedragen. 1,5x het nationaal gemiddelde komt neer op een bruto salaris van ten minste
– € 5.200/maand voor de blauwe kaart in België (EN/NL)
– € 5.900/maand voor de blauwe kaart in Duitsland (EN/DE o.a.)
– € 4.200/maand voor de blauwe kaart in Nederland (EN, waar het verschil tussen bruto en netto wel meestal kleiner is)
De Europese blauwe kaart geldt niet voor zelfstandige ondernemers.
In richtlijn 2014/66/EU (aangenomen in 2014) zijn uniforme regels vastgelegd voor zogenaamde intra-corporate transferees, onderdanen van derde landen die worden overgeplaatst binnen een onderneming. Let op: België (met een tot 2020 onvolledige omzetting van de Europese richtlijnen), Duitsland (EN, brochure), en Nederland hebben de richtlijn ieder op hun eigen manier omgezet in hun nationale wetgeving.
Wil je een werkvergunning aanvragen als werknemer uit een derde land die tijdelijk door zijn/haar werkgever wordt overgeplaatst naar een vestiging binnen de EU, dan gelden er een aantal voorwaarden.
Jij of jouw bedrijf moet bewijzen:
- dat de vestiging in de EU behoort tot dezelfde onderneming als jouw ‘thuisvestiging’
- dat je al drie tot twaalf maanden in dienst bent bij jouw werkgever
- dat je een geldige arbeidsovereenkomst hebt
- dat je beschikt over de vereiste kwalificaties om het beroep uit te oefenen
- dat je beschikt over een geldig reisdocument of visum
- dat je beschikt of zult beschikken over een geldige zorgverzekering
Het is mogelijk dat je naast je arbeidscontract ook een opdrachtbrief nodig hebt van je werkgever, met daarop vermeld de duur van de overplaatsing, de plaats van de vestiging en de arbeidsvoorwaarden.
Jouw salaris mag niet lager zijn dan het gemiddelde salaris van een onderdaan van je werkland in een vergelijkbare functie.
Als je langer dan drie maanden / 90 dagen onderzoek wil doen in een EU-land, heb je een gastovereenkomst nodig van een erkende onderzoeksinstelling. Dit zijn instellingen die door de nationale instanties zijn erkend als referent voor onderzoekers uit landen buiten de EU.
Naast de gastovereenkomst moet je kunnen aantonen dat je beschikt over de vereiste wetenschappelijke opleiding. Verder moet je aantonen dat er voldoende geld beschikbaar is voor het onderzoeksproject en de zorgverzekering. Daarnaast moet je in het bezit zijn van geldige reisdocumenten.
Kijk voor meer informatie over gastovereenkomsten per land op ec.europa.eu
– België (EN/FR o.a.)
– Duitsland (EN/FR o.a.)
– Nederland (EN/FR o.a.)
De verblijfsvergunning is minstens een jaar geldig en kan worden verlengd indien er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Neemt het project minder dan een jaar in beslag, dan is de vergunning geldig voor de duur van het project.
Als onderdaan van een derde land kom je in aanmerking voor een verblijfsvergunning in een EU-land indien:
– je als student een voltijdopleiding volgt in het hoger onderwijs die wordt afgesloten met een getuigschrift zoals een diploma, titel of doctorsgraad, en
– je beschikt over voldoende middelen om de kosten van je levensonderhoud, studie en terugkeer te dekken.
Afhankelijk van je studieland (landprofielen EN), moet je wellicht bewijzen dat je de voertaal van de opleiding beheerst. De onderwijsinstelling kan tevens vragen om bewijs dat je in staat bent de studiekosten te dragen.
Verder heb je geldige reisdocumenten en een zorgverzekering nodig en – als je in je land van bestemming nog niet als volwassene wordt beschouwd – toestemming van je ouders.
De verblijfsvergunning is minstens een jaar geldig en kan onder bepaalde voorwaarden worden verlengd. Is de duur van de studie korter dan een jaar, dan geldt de vergunning voor de duur van de studie.
Als onderdaan van een derde land heb je recht op een verblijfsvergunning indien je een getekende stageovereenkomst hebt voor onbetaald werk in een EU-land en voldoende financiële middelen om in je levensonderhoud te voorzien (d.w.z. € 30,- tot € 45,- /dag). De voorwaarden verschillen per EU-land.
De website ‘Make it in Germany’ legt de basisregels uit in een filmpje over het “Fachkräfteeinwanderungsgesetz” (EN/DE, van kracht sinds maart 2020), een wet die meer ruimte biedt voor immigratie door niet-academisch geschoolden. De nadruk ligt daarbij op vakmensen en leer-werktrajecten in het beroepsonderwijs (Berufsausbildung).